Fascisme in de Verenigde Staten?

29 12 2007

Het is allesbehalve mijn bedoeling om te gaan beweren dat de Verenigde Staten fascistisch zijn. Wel wil ik de rollen even omdraaien. Als beweerd wordt dat de radicale islam puur fascisme is, geldt dit dan ook voor radicale christenen in de Verenigde Staten? Ik zou evengoed radicale Hindoes of bepaalde (christelijke) sektes in Zuid-Amerika als voorbeeld kunnen aanhalen, maar daar de term islamofascisme enorm populair is in extreemrechtse, christelijke kringen in de VS, ligt mijn keuze voor de hand. 

De wereldwijde groei van het religieus fanatisme, in de VS vanaf de jaren 1960, kan gezien worden in het kader van de globalisatie (Davidson & Harris, 20006). Die brengt namelijk een versnelde sociale verandering en desintegratie van de sociale structuren met zicht mee. Om zich daartegen af te zetten, willen steeds meer mensen hun eigen cultuur en identiteit herontdekken en bevestigd zien. De nieuwe technologieën die de globalisering met zich meebrengt, zorgen dan weer voor een snellere en efficiëntere verspreiding van het fundamentalistische gedachtegoed. In de VS winnen de radicale christelijke bewegingen aan populariteit dankzij de campagne die het in de jaren 1970 op poten zet tegen de uitvoering van abortus (de right-to-life movement). De conservatieve christenen richten think tanks op, maken gretig gebruik van massacommunicatiekanalen (Christian Broadcasting Radio van Pat Robertson) en bouwen basisgemeenschappen op. Door het corporatieve liberalisme als hun belangrijkste vijand aan te duiden en bredere coalities te vormen (met andere christelijke bewegingen vb) trachten ze de macht te grijpen in de regering om een radicale reconstructie van de maatschappij te bewerkstelligen.

Vandaag de dag kunnen de conservatieve christenen in twee grote groepen opgesplitst worden (Davidson & Harris, 2006). Enerzijds heb je de christelijke nationalisten, waartoe president Bush behoort. Zijn geloof in God is voor hem een belangrijke politieke drijfveer, maar bijvoorbeeld joden, moslims en zelfs atheïsten kunnen volgens de christelijke nationalisten even patriottistisch zijn als christenen en zijn evenzeer welkom in de VS. Anderzijds heb je de christelijke theocraten. Volgens hen zijn alle andere godsdiensten satanistisch en moeten ze bijgevolg bestreden, onderworpen en uiteindelijk geëlimineerd worden. Twee belangrijke boegbeelden van de christelijke theocraten zijn Tom Delay en Pat Robertson. (Wat volgens Robertson moet gebeuren met de islam, vind u op het filmpje onder de tekst. ) De christelijke theocraten werken veel minder samen met katholieke en joodse rechtsen, omdat die godsdiensten volgens hen ook satanistisch zijn. Naast deze twee groepen, bestaat er eveneens de paleo-conservatieve beweging. Dit zijn leden van de traditionele, vaak aristocratische kerkgenootschappen, aanhangers van bijvoorbeeld het anglicaanse geloof of het oud-katholicisme. De paleo-conservatieven noemen zichzelf nationalistisch, isolationistisch, zelfs patriottistisch en staan afkerig ten opzicht van neo-conservatieven. Wanneer in deze commentaar gesproken wordt van het fascistisch gevaar dat uitgaat van de christelijke conservatieven, dan is dit meer bepaald een gevaar dat uitgaat van de christelijke theocraten.

Volgens Davidson en Harris (2006) zijn de christelijke theocraten zonder twijfel fascistisch te noemen. Om dit te bewijzen halen ze eerwaarde R. John Rushdoony aan, één van de belangrijkste stichters en theoretici van de christelijk theocratische visie. In zijn boek Institutes of Biblical Law van 1965 brengt Rushdoony zijn basisidee naar voren, namelijk dat “all human social and political institutions must be ‘reconstructed’ to bring them in line with a literal absolutist reading of the Bible.” (Davidson & Harris, 2006 : 62) Dit houdt dan onder meer de volgende straffen in :

 “* Imposition of the death penalty on abortionists, gays and disobedient women under theocracy. * Slavery (the ‘biblical’ version) is justified for non-Christian prisoners, captives in war and, in some cases, disobedient women.* The Enlightenment was anti-Christian: liberal democracy is the offspring of it and of the French Revolution.* Public school must be abandoned for home schools. * The Bible is the ultimate test of scientific truth.” (Davidson & Harris, 2006 : 62-63)

Rushdoony stierf in 2001, maar zijn werk werd overgenomen door zijn zoon eerwaarde Mark Rushdoony en andere theologen. Één van hen is eerwaarde George Grant. In zijn boek The Changing of the Guard: biblical principles for political actions uit 1987 schreef hij het volgende:

Christians have an obligation, a mandate, a commission, a holy responsibility to reclaim the land for Jesus Christ – to have dominion in civil structures, just as in every other aspect of life and godliness. But it is dominion we are after. Not just a voice. It is dominion we are after. Not just influence. It is dominion we are after. Not just equal time. It is dominion we are after.World conquest. That’s what Christ has commissioned us to accomplish. We must win the world with the power of the Gospel. And we must never settle for anything less… Thus, Christian politics has as its primary intent the conquest of the land – of men, families, institutions, bureaucracies, courts, and governments for the Kingdom of Christ.” (Davidson & Harris, 2006 : 63)

Rushdoony behoort tot de reconstructionisten (Davidson & Harris, 2006). Zij geloven niet dat het Einde der Tijden nabij is en dat Jezus binnenkort zal terugkeren om voor duizend jaar het Koninkrijk Gods’ te regeren. De reconstructionisten willen zelf, stap voor stap, de seculiere regering en instituties overnemen, door middel van verkiezingen als het kan, met een oorlog als het moet. Het ideaal is om de tijd terug te draaien naar 1788, het jaar voor de Franse Revolutie, voor de Amerikaanse Burgeroorlog, voor de Conventies van Genève, voor de oprichting van de Verenigde Naties, voor de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, ….

Volgens Davidson en Harris (2006) is de vorm van fascisme in de VS ernstiger dan voorgaande dreigingen om dat het een ideologische basis heeft die door een grote massa mensen erkend wordt. Hedges wijst er in het filmpje op dat heel wat Amerikanen de laatste jaren hun job verloren. Doordat er in de VS geen goede sociale zekerheid bestaat en er ook geen nieuwe jobs gecreëerd worden, ziet de toekomst er voor velen onder hen en voor hun kinderen weinig rooskleurig uit. Doordat deze mensen niet gereïntegreerd worden in de maatschappij, zijn zij gemakkelijke prooien voor de extreemrechtse christelijke groeperingen. Hedges is zelf christelijk opgegroeid en net daarom zit er zoveel woede in zijn boek. Woede omdat hij ervan overtuigd is dat het extreemrechtse christendom de meeste intolerante en waarschijnlijk ook de grootste massabeweging ooit in de VS is. Nadat de fanatieke christenen afgerekend zullen hebben met de holebi’s, zal de rest aan de beurt komen.

Ook Giroux (2006) bestempelt de radicale christenen als fascistisch. Ik wil hierbij wel opmerken dat in tegenstelling tot bijvoorbeeld Davidson en Harris (2006), Giroux (2006) het onderscheid tussen christelijke nationalisten en christelijke theocraten meer in het midden laat. Hij ziet de fascistische trekjes eveneens terug in de meer directe omgeving van president Bush. Het is helemaal niet mijn bedoeling om te beweren dat de Bush-administratie fascistisch zou zijn, wel wens ik heel beknopt aandacht schenken aan de theorie van Giroux (2006). Om het verschil te maken met het historische fascisme, heeft de auteur het over het proto-fascisme (Giroux, 2006). Er zijn verschillende zaken in de Amerikaanse maatschappij die hem aan het fascisme doen denken. Zo zijn het traditionalisme en het reactionaire modernisme centrale onderdelen van het proto-fascisme die heel levendig zijn in de VS. Bovendien wordt de civil society volgens Giroux (2006) geïncorporeerd en blijft er steeds minder ruimte over voor kritiek en andere meningen. Door de constructie van een angstcultuur (onder meer door het war on terror discours) en het aanwakkeren van het patriottistisch gevoel, wordt het nationalisme en het selectieve popularisme ondersteund. De regering zou ook meer en meer de media controleren. Het taalgebruik van de media en de overheid is ook te simpel en verarmd om complexe redeneringen uit te leggen, wat ook typisch zou zijn voor het fascisme. Het grootste gevaar komt volgens Giroux (2006) echter van het neoliberalisme dat:

not only undermines vital economic and political institutions and public spaces central to a democracy but also has no vocabulary for recognizing anti-democratic forms of power. Even worse, it accentuates a structural relationship between the state and the economy that produces hierarchies, concentrates power in relatively few hands, unleashes the most brutal elements of a rabid individualism, destroys the welfare state, incarcerates large numbers of its “disposable” population, economically disenfranchises large segments of the lower and middle classes, and reduces entire countries to pauperization.(Giroux, 2006: 135-136)

Het zorgt voor de onstabiliteit die het fascisme nodig heeft om aan de macht te komen (Giroux, 2006). Ook Hedges wijst er in het filmpje op dat dit de reden is waarom de fascisten nog niet aan de macht zijn in de VS: voorlopig is de VS nog stabiel. Een tweede terroristische aanval zou dit kunnen veranderen. Dan zouden de christelijke theocraten de macht kunnen grijpen, hun enge moraliteit wet maken en het creationisme doordrukken als de waarheid.

De termen autoritarisme, nationalisme, absolute militaire macht, propaganda en censuur die in het begin van het filmpje in verband worden gebracht met het fascisme, kunnen volgens deze onderzoekers eveneens gelinkt worden aan de fundamentalistische extreemrechtse christenen in de VS. Hun morele waarden en hun principes vertonen opvallende gelijkenissen met die van fundamentalistische islamisten. Toch zijn net de extreemrechtse en veelal christelijke bewegingen de sterkste verdedigers van de term islamfascisme. De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet? 

Bouke De Vis 

Referenties:

 – Davidson, C. en Harris, J. (2006) Globalisation, theocracy and the new fascism : the US Right’s rise to power. Race Class, 47(3): 46-67. Geconsulteerd op 21 december op http://rac.sagepub.com/cgi/content/abstract/47/3/47

– Giroux, H.A. (2006) The Emerging Authoritarianism in the United States: Political Culture under the Bush/Cheney Administration. Symploke 14 (1-2): 98-151) Geconsulteerd op 26 december op  http://muse.jhu.edu/journals/symploke/v014/14.1giroux.pdf

 Pat Robertson wil ons laten weten wat islam eigenlijk is:





Islamofascisme binnen het war on terror discours

28 12 2007

In andere commentaren op deze blog wordt duidelijk gemaakt dat er niet zoiets bestaat als islamofascisme. Het is een term die perfect past binnen het war on terrorism discours. Aan de hand van enkele voorbeelden uit de teksten van hoofdzakelijk Jackson (2005) en Bogaert (2007) zal ik uit de doeken doen waarom.

Om te beginnen, wens ik op te merken dat wanneer Jackson (2005) zijn artikel schrijft, de term islamofascisme nog niet echt doorgedrongen is tot het officiële war on terrorism discours. Hoewel de term al langer bestaat, wordt hij voor het eerst door president Bush gebruikt op 7 augustus 2006 (Durand, 2006). Vanaf dan wint de term islamofascisme aan populariteit, hoofdzakelijk bij conservatieve christenen in Amerika en in extreemrechtse kringen elders in de wereld (Bogaert, 2007). In tegenstelling tot wat we zien bij heel wat aanhangers van de islamofascisme-theorieën, maakt het Witte Huis een duidelijk onderscheid tussen de islam als vredelievende godsdienst en het islamofascisme. De term islamofascisme kan beschouwd worden als een nieuwe stap in het war on terror discours.

Volgens Eric Margolis is de term islamofascist “geheel zonder betekenis, maar beladen met emotionele explosieven. Het is een propagandaterm om tegenstanders te ontmenselijken en demoniseren en hen een rationele en politieke motivatie te ontzeggen, waarbij meteen de noodzaak om rekening te houden met hun grieven en eisen weggeveegd wordt.” (Bogaert, 2007). Dit sluit naadloos aan bij de studie van het war on terrorism discours van Jackson (2005). Een belangrijk aspect van dit discours is namelijk het schrijven van identiteiten (Jackson, 2005). De eigen politieke identiteit is gebaseerd op de identificatie van de vijand. Al van in het begin onderneemt Bush pogingen om de gemeenschap te verenigen en haar waarden te versterken, om op die manier een nationaal karakter te bewerkstelligen. Een heel belangrijke tegenstelling die eveneens alomtegenwoordig is in het religieuze leven en het populair entertainment, is de tegenstelling tussen goed en kwaad. De terroristen worden collectief en individueel gebrandmerkt als wreed, slecht en door haat gedreven. Hun acties worden uit de (politieke) context gerukt en uit de geschiedenis gehaald. Hun menselijke identiteit wordt hen ontnomen. Redenen of een uitleg voor hun daden bestaan niet. Compromissen sluiten met het evil is uitgesloten. Het kan beschouwd worden als een vorm van nationale therapie en een manier om zin te geven aan de dood van de slachtoffers. Maar het heeft evenzeer een belangrijke discoursfunctie. Door de terrorist de ontdoen van zijn persoonlijkheid en menszijn, kan men het zware geweld van het counterterrorisme rechtvaardigen. Het laat de Amerikanen bijvoorbeeld toe om terreurverdachten op te sluiten in gevangeniskampen zonder enige vorm van proces ed. Dit kan zomaar want alles wat de Amerikanen doen is goed en juist, dat is hun natuur.

De term islamofascisme omvat een bonte verzameling groepen die onderling in feite niets met elkaar te maken hebben (Bogaert, 2007). Saddam Hoessein, de Palestijnen, het Irakese verzet, de Taliban, Al Qaida, …, alles en iedereen wordt over dezelfde kam geschoren. Dit is opnieuw typisch voor het war on terrorism discours. Kort na 9/11 wordt er gewag gemaakt van banden tussen de terroristen, de schurkenstaten (waaronder Irak en Iran) en de massavernietigingswapens die laatsgenoemden zouden produceren (Jackson, 2005). Beroemd is de axis of evil – speech van president Bush (State of the Union 2002, online te lezen op http://www.whitehouse.gov/news/releases/ 2002/01/20020129-11.html#)Volgens Jackson (2005) is het een ingenieus discours dat de VS toelaat om de oorlog gericht tegen een kleine groep individuen, verspreid zijn over de wereld, te transformeren naar een oorlog gericht tegen staten met een eigen afgebakend territorium. Laat dat nu net die schurkenstaten zijn die al jaren het buitenlands beleid van de VS bepalen. Ondanks het feit dat er van die staten niets te vrezen valt, houdt het de VS niet tegen om onder valse voorwendsels Irak binnen te vallen in 2003. De VS is er dankzij het discours in geslaagd een gevoel van angst en bedreiging te scheppen, waardoor men het grote budget dat naar defensie gaat zonder veel moeite kan legitimeren (Jackson, 2003).

Door de term islamofascisme te hanteren, kan men gemakkelijk de populaire beeldspraak uit WO II overnemen (Bogaert, 2007). De vergelijking van de war on terror met WO II, die als een goede en noodzakelijke oorlog beschouwd wordt, is enorm populair (Jackson, 2005). Dit is ongetwijfeld één van de belangrijkste redenen voor het gebruik van de term islamofascisme door het Witte Huis. De tekst Islamofascisme in het kader van WO II analogieën van Jeroen Lievens gaat dieper in op dit aspect (zie tekst hieronder).

Bogaert (2007) wijst er bovendien op dat men door te term islamofascisme vaak te gebruiken, de steun van de bevolking voor een aanvalsoorlog tracht te krijgen.

“Ettelijke decennia is het internationaal recht  gestuurd door het principe dat democratieën elkaar niet aanvallen. Ook andere landen kan men niet aanvallen, tenzij binnen een kader van internationaal recht – dwz met een mandaat van de VN Veiligheidsraad. De bevolking zal begrijpelijkerwijze sneller geneigd zijn deze benadering los te laten en de logica van een aanvalsoorlog (voor welke ware reden ook) te steunen, als zij gelooft daarmee een herrijzen van het fascisme de kop te kunnen indrukken.” (Bogaert, 2007)”

We vinden bij Jackson (2005) terug dat de Bush-administratie haar uiterste best doet om de war on terror te construeren als een good war. Het is een rechtvaardige oorlog, met Gods’ zegen en die zal duren tot het terrorisme volledig uit de weg geruimd is. Door de terroristen te ontmenselijken en door het discours van onder andere de axis of evil speech, slaagt Bush erin de oorlog in Irak bijvoorbeeld, die helemaal geen verdedigingsoorlog is, te legitimeren.

Wat Bogaert (2007) beschouwd als de belangrijkste gevolgen en gevaren van het gebruik van de term islamofascisme vinden we tevens terug bij Jackson (2005) wanneer hij het heeft over de risico’s van het war on terror discours. Het discours wordt beschouwd als de enige juiste analyse van het probleem, waardoor het andere interpretaties niet toelaat. Op die manier “verhindert men een correcte analyse van de problemen, en verhindert men dus ook een effectieve aanpak ervan” (Bogaert, 2007). Het gevaar bij het discours van de war on terror (en dus ook bij het aannemen van de term islamofascisme als correct) is dat men dan verkeerde perceptie heeft en een verkeerd begrip van de dreiging (Jackson, 2005). Men mag de échte oorzaken en de historische achtergronden niet uit het oog verliezen. Ook de democratie kan volgens Jackson (2005) aangetast worden door het discours. De democratische waarden er namelijk door aangetast, de staat wordt belangrijker en krijgt meer invloed, bovendien kan de paniek en de angst tot spanningen tussen etnische bevolkingsgroepen leiden. Daarenboven wordt de mond van de dissidenten gesnoerde en viert het patriottisme hoogtij. Vooral het discours van the good versus the evil is volgens Jackson (2005) heel handig om een oppositie de mond te snoeren. Bovendien is het gebruik van de term islamofascisme beledigend en stigmatiserend voor de islam (Bogaert, 2007). Bogaert (2007) sluit af met te zeggen “het is pas door het verwerpen van een polariserend, vijandig, onwaarachtig en propagandistisch discours, dat correcte analyses van de problemen gemaakt kunnen worden, dat oplossingen voor deze wereld kunnen gevonden worden, en dat de brede middenstroom van het Westen en de muslimwereld de banden met elkaar kunnen aanhalen, om gezamenlijk de krachten te bundelen in de strijd tegen diegenen die, in beide invloedsferen, de mensenrechten in het algemeen en het beginsel van alle mensen in het bijzonder onderuit willen halen.”(Bogaert, 2007) Ook Jackson’s besluit is dat er een afbraak van het discours nodig is. Jackson’s studie dateert van 2005, in 2006 gebruikt Bush voor het eerst de term islamofascisme. Het war on terrorism discours heeft een tandje bijgestoken… 

Bouke De Vis 

Referenties:

* Bogaert L. (2007). Islamitisch fascisme? Geraadpleegd op 29 november 2007 op http://www.flwi.ugent.be/cie/bogaert/bogaert30.htm

* Durand S. (2006, november) Fascisme, islam et grossiers amalgames. Geraadpleegd op 6 oktober 2007 op http://www.monde-diplomatique.fr/2006/11/DURAND/14115

* Jackson, R. (2005) Security, Democracy, and the Rhetoric of Counter-Terrorism. Democracy and security. 1(2), 147-171.





Islamofascisme in het kader van WO II analogieën.

28 12 2007

Bespreking van de tekst van David Noon (2004) Operation Enduring Analogy: World War II, the war on terror and the uses of historical memory. Rhetoric & Public Affairs Vol. 7(3)p. 339-366  

 

Waarom kiest men ervoor om de term “islamofascisme” te gebruiken? Waarom islamofascisme en bijvoorbeeld niet islamo-anarchisme of islamocommunisme? In een vorige post stelde ik al dat de bewegingen die als islamofascistisch worden aangeduid niet fascistisch zijn. Dus als die bewegingen niet fascistisch zijn, waarom kiest men er dan toch voor om ze zo te bestempelen. Een eerste mogelijkheid is dat sommige personen er wel degelijk van overtuigd zijn dat het label fascistisch hier op zijn plaats is. Een tweede mogelijkheid en een stelling die hier zal behandeld worden, is dat de term islamofascisme past binnen een discours dat de war on terror steeds vergelijkt met WO II , omwille van bepaalde politieke belangen.

Sinds het einde van WOII werden verscheidene bewegingen en personen als fascistisch bestempeld. Tijdens de Koude Oorlog stelden zowel de VS als de USSR zich zelf voor als de ware antifascisten en verweten ze elkaar fascistisch te zijn (Lesnor 2005). Na de Koude Oorlog werden verscheidene personen als de reïncarnatie van Hitler gezien: Milosevic, Bin Laden en Saddam Hussein. Vandaag de dag worden zowel Mahmoud Ahmadinejad en George W. Bush geregeld door hun tegenstanders als de nieuwe Hitler aangeduid. Sinds de aanslagen van 11 september lijken de WO II analogieën populairder dan ooit. Vooral Bush en de Amerikaanse media lijken zeer bedrijvig in het vinden van gelijkenissen tussen WO II en de war on terror.

  • De eerste vergelijking die gemaakt wordt, is dat de aanslagen van 11 september 2001 het hedendaagse Pearl Harbor zijn. Net als in de Tweede Wereldoorlog is het hedendaags conflict begonnen met een verrassingsaanval op Amerikaanse bodem.
  • De uitvoerders en bedenkers van de aanslagen werden al snel fascistisch, totalitair en later ook islamofascistisch genoemd.
  • De plek waar de Twin Towers stonden, werd omgedoopt tot Ground Zero. Ground Zero is een benaming die oorspronkelijk duidde op de ravage die de atoombom op Hiroshima had achtergelaten. Vandaag de dag is dat begrip dus volledig veramerikaniseerd, zonder enige rekening te houden met de gevoelens die dit woord bij vele Japanners oproept.
  • George W. Bush gebruikte de term “axis of evil” om te verwijzen naar die staten die volgens hem terroristen steunen en massavernietigingswapens willen vergaren: Irak, Iran en Noord-Korea. Dit een verwijzing naar de asmogendheden uit WO II.
  • De “bevrijding” van Kaboel en Bagdhad werd meerdere malen vergeleken met die van Parijs en Berlijn in WO II.
  • Tegenstanders van de invasie in Irak en de war on terror in het algemeen, werden beschuldigd van appeasement .

David Noon (2004) stelt dat we ons niet te zeer moeten bezighouden met de vraag of WO II wel de juiste historische analogie levert voor de war on terror. Alle historische analogieën zijn volgens hem feilbaar omdat ze bepaalde aspecten van het verleden benadrukken en andere onderdrukken om het model te doen passen. Historische analogieën leveren cognitieve frameworks waarmee we nieuwe informatie en ervaringen kunnen evalueren, maar ze roepen ook emotionele en onderbewuste associaties op die in staat zijn om te inspireren , om steun aan te trekken voor een bepaalde politieke beslissing. Wanneer ze gebruikt worden door politieke leiders hebben ze eerder voorschrijvende dan beschrijvende of analytische functies. Daarom is het belangrijker om te kijken wat men poogt te bereiken via het gebruik van deze analogieën.
Het gebruik van de WO II analogieën in Amerika moet gezien worden binnen de heersende tijdsgeest. Christopher Hayes (2006) stelt dat Amerika in de jaren ‘90 gekenmerkt werd door een zekere “leegte”. Voor het eerst in een lange tijd was er geen gezamenlijke vijand. Deze leegte poogde men in te vullen met herinneringen aan vroegere glorie. In de jaren ‘90 werden er verschillende herdenkingen gehouden in verband met de 50 jarige “verjaardag” van WO II. Dit leidde ook tot de publicatie van vele boeken over WO II en verscheidene films zoals Saving Private Ryan en begin de 21ste eeuw Pearl Harbor en de miniserie Band of Brothers. De generatie van de Tweede Wereldoorlog werd geëerd voor haar moed, patriottisme en opofferingen. Deze generatie wordt ook wel de “Greatest Generation” genoemd. De Tweede Wereldoorlog representeert het symbool van nationale deugdzaamheid, de “good war” waar alle oorlogen zich met moeten “meten”. Volgens Hayes (2006) is de herinnering die hier opgehaald wordt aan WO II te simplistisch en “bevrijdt” het de Tweede Wereldoorlog van zijn morele complexiteit. Men vermeldt bijvoorbeeld niet de vuurbommen op Dresden, dat het zakenwezen in Amerika de opbouw van de “Nazi war machine” mee heeft helpen financieren en dat er een “America First campagne” was die tegen inmenging in de oorlog was. Het is in deze context dat George Bush in 1999 aan zijn verkiezingscampagne begon. David Noon (2006) stelt dat Bush al sinds de start van die verkiezingscampagne teert op de herinneringen aan WO II en de gevoelens die dit oproept bij de mensen. Met de aanslagen van 11 september en de zogenaamde war on terror is deze retoriek intensief toegenomen.
De bedoeling van George W. Bush is via de WO II analogieën steun te verkrijgen voor zijn war on terror. WO II wordt voorgesteld als de “good war” en door zijn war on terror daarmee te vergelijken, hoopt hij dat het Amerikaanse volk (en de rest van de wereld) ook de war on terror als een “good war” zal zien. Het politieke discours van WO II deelt de wereld op in moreel onderscheiden categorieën en plaatst de VS onambigu  aan de zijde van vrijheid en democratie. Amerika heeft net als toen “the holy destiny” om vrijheid en democratie te beschermen. Liefst zou Bush willen handelen voordat er , volgens hem , een Derde Wereldoorlog uitbreekt. Hij wil dus een preventieve aanval rechtvaardigen zoals hij deed met Irak en misschien van plan is met Iran.
Door de war on terror en gebeurtenissen als de aanslagen van 11 september te vergelijken met WO II probeert Bush aan te tonen dat het zeer ingrijpende en historisch belangrijk gebeurtenissen zijn. Noon (2004) stelt dat de WO II analogieën niet enkel dienen  om Bush zijn politieke belangen te rechtvaardigen, maar meer belangrijk als een cultureel project en een voortdurend “gesture of self-making” kunnen gezien worden. Bush stelt zich namelijk voor als de erfgenaam van de “Greatest Generation” van Amerikaanse leiders, die vastberadenheid en moed vertoonden en vochten voor waarden zoals vrijheid en democratie. Hij gebruikt de vergelijkingen dus om zijn eigen positie te versterken. Dit deed hij al tijdens de verkiezingen in 2000, wanneer hij steeds benadrukte dat hij de zoon was van een WO II veteraan. WO II wordt ook gezien als een periode waarin de waarden en “beliefs” van het volk en de soldaten perfect overeenkwamen met die van de politieke en militaire leiders. Iets waar Bush vandaag de dag alleen maar kan van dromen.
We kunnen dus besluiten dat we de term islamofascisme moeten zien binnen de vele WO II analogieën die gebruikt worden in verband met de war on terror. Bush hoopt hierdoor zijn buitenlandse, maar ook binnenlandse, politiek te rechtvaardigen en zijn eigen positie te versterken door zich voor te stellen als een erfgenaam van de “Greates Generation”.

Jeroen Lievens

Bibliografie

Hayes C. (2006, 8 september). The good war on terror. How the Greatest Generation helped pave the road to Baghdad. Geraadpleegd op 20 december 2007 op http://www.inthesetimes.com/article/2788/the_good_war_on_terror/

Lesnor C. (2005). The “Good” war. The Philosophical Forum, vol 36 (1), p.77-85

Noon D (2004) Operation Enduring Analogy: World War II, the war on terror and the uses of historical memory. Rhetoric & Public Affairs Vol. 7(3)p. 339-366





De website van het Terrorism Awareness Project: bruikbare informatie?

28 12 2007

Voor dit onderdeel heb ik er niet voor gekozen een artikel te bespreken. Het leek me interessant om een kijkje te gaan nemen op de website van de vurige aanhangers van de islamofascisme-theorie.

In 2006 lanceert het David Horowitz Freedom Centre het Terrorism Awareness Project onder leiding van Stephen Miller (David Horowitz Freedom Centre, 2006). David Horowitz, ex-marxist, is een conservatieve schrijver en joods. Hij zou “an outspoken opponent of censorship and racial preferences, and a defender of the rights of minorities and other groups under attack — including the rights of blacks, gays, women, Jews, Muslims, Christians and white males” zijn (FrontPageMagazine, 2007). Stephen Miller is een student Politieke Wetenschappen aan Duke University die er prat op gaat de linkse leerkrachten aan zijn middelbare school verslagen te hebben(Miller, 2003). Eén van zijn overwinningen is dat de directie op zijn aandringen een leerkracht dwong om een sticker met het opschrift “Buck Fush” uit het klaslokaal te verwijderen. Onder de naam Steve Miller blogt hij af en toe op de site van Frontpage Magazine, het conservatieve online tijdschrift van het David Horowitz Freedom Centre.Het Terrorism Awareness Project voorziet conservatieve studenten van “an intellectual toolkit containing all the elements of the truth about jihad” (David Horowitz Freedom Centre, 2006). Het grote publiek weet te weinig over de streefdoelen van de radicale islamisten en het is dan ook hun taak om via dit project studenten te sensibiliseren (Miller, 2007). Volgens Miller (2007) zou deze campagne na de slachting van 9/11 niet nodig zijn in een rationele wereld. 9/11 kan volgens de projectleden gezien worden als het beginpunt van de jihad. Een eerste blik op de website van het Terrorism Awareness Project (http://www.terrorismawareness.org) geeft al meteen een idee welke kant dit project uitgaat. De affiche voor de Islamo-fascism Awareness Week van 22 t.e.m. 26 oktober, georganiseerd door het Terrorism Awareness Project, laat weinig aan de verbeelding over.

            Als je A global display of Terrorism and other suspicious events aanklikt, word je meteen doorverwezen naar http://www.globalincidentmap.com/home.php (A global display of Terrorism and other suspicious events, 2006-2007). Je krijgt een wereldkaart te zien met recente terreurdaden, of wat er voor moet doorgaan. Iedere 310 seconden wordt de kaart hernieuwd. Door een plaats aan te klikken, krijg je meer informatie over die gebeurtenis. Ook het terreuralarm in België van 21 december en de (korte) arrestatie van 14 terreurverdachten staan erop. Als je de kaart mag geloven, is het wel héél gevaarlijk om nu in de Verenigde staten te wonen. De leergierige Amerikaanse student mag zeker niet vergeten dat er constant gevaar dreigt. De vijand dient niet te worden onderschat.

Een volgend item op de site van het Terrorism Awareness Project is een teller die het aantal terroristische aanslagen sinds 9/11 aan duidt. Wanneer je erop klikt, kom je terecht op een andere website met als titel Islam: a religion of peace (and a big stack of dead bodies) (http://www.thereligionofpeace.com). De toon is meteen gezet. Er zijn verschillende artikels te vinden over allerhande onderwerpen, gaande van de sluiting van een Australische moslimschool wegens fraude, over een man die de neus en de oren van zijn vrouw met een mes afsnijdt om te offeren op het Offerfeest, tot de daders van de aanslagen op Bali die hun hoofden willen laten afhakken etc. Als een moslim ergens iets uitspookt, komt het gegarandeerd op deze site terecht. Je vindt er ook statistieken terug. Volgens de website lieten 16 791 Irakese burgers het leven door toedoen van terroristen, de Amerikaanse troepen zouden verantwoordelijk zijn voor slechts 225 doden, vaak eveneens door betrokkenheid van terroristen. Tevens kan je het Monthly Jihad Report inkijken. In november 2007 vonden er 203 terroristische aanvallen plaats in 13 landen, waarbij 1138 mensen het leven lieten en 1358 zwaar gewonden vielen. De slachtoffers waren aanhangers van 5 verschillende godsdiensten. Het is op deze website zoeken naar de term islamofascisme. Nergens kwam ik de nuance tegen dat slechts een klein deel van de moslims duistere bedoelingen heeft. Het is een pure anti-islamitische haatsite, zwaar beledigend en de argumenten zijn helemaal niet goed onderbouwd. De islam wordt er verweten veel erger te zijn dan de Spaanse Inquisitie en de Ku Klux Klan. Aan de hand van de enge visie op islam wordt onder andere het leven van Mohammed en de positie van de vrouw binnen islam uitgelegd. De webpagina Games Muslims Play (Islam: a religion of peace, 2007) verschaft heel wat schandalig onjuiste informatie. Als dit de manier is waarop de Amerikaanse student meer zou moeten leren over deze godsdienst, dan stel ik me daar toch serieuze vragen bij.

Laten we teruggaan website van het Terrorism Awareness Project. Onder de rubriek Feature Presentations vindt de leergierige student allerlei presentaties en filmpjes terug. Een voorbeeld van een presentatie is Jimmy Carter’s War against the Jews (Terrorism Awareness Project, 2007a). Op de tonen van muziek uit een goedkope B-film wordt het beleid van Israël fel verdedigd en de stelling van Jimmy Carter dat het probleem bij Israël ligt teniet gedaan met de bekende Amerikaanse en Israëlische argumenten. Speciaal voor de Islamo-Fascism Awareness Week werd het filmpje The Violent Opression of Women in Islam gemonteerd (Terrorism Awareness Project, 2007b). Opnieuw onthoudt de onwetende student wat voor een wrede godsdienst de islam wel is. Aan bloederige beelden geen gebrek: een hoofd van een meisje van zeven dat door haar vader om het leven is gebracht, jonge meisjes in een plas bloed na een besnijdenis… Het enige motief is de islam in diskrediet te brengen en alle moslims over dezelfde kam te scheren. De oude man met zijn jonge vierde vrouw ontbreekt uiteraard niet. De beelden van misdaden, niets meer dan het uitschakelen van terroristen en wat collateral damage natuurlijk, begaan door Amerikaanse troepen in Afghanistan en Irak zal je in de Amerikaanse media niet gauw vinden, ook hier niet. Maar wat (radicale) moslims hun vijanden en hun geloofsgenoten aandoen, wordt hier breed uitgesmeerd en heel expliciet getoond. Liefhebbers van het genre kunnen hun hartje ophalen op de website (http://www.terrorismawareness.org/). Ronkende filmtitels zijn onder meer The Islamic Mein Kampf, Obsession – Radical islam’s war against the West, What every American needs to know about jihad, …

Vrouwenrechten en jihad zijn populaire thema’s op de website. Beiden komen in de talloze artikels en opiniestukjes meermaals aan bod. De tekst What Americans need to know about jihad (Terrorism Awareness Project, 2007c) waarschuwt dat de jihad er is om Amerika te vernietigen, homo’s, vrouwen en joden uit te moorden en ga zo maar door. “Jihad is not, as some Western apologists claim, simply a striving for individual perfection. Rather, jihad is an expansionist totalitarian ideology that seeks to establish a global Islamic state ruled by Islamic law, or sharia.” (Terrorism Awareness Project, 2007c). Door hiermee te beginnen wordt al meteen duidelijk gemaakt dat er geen ruimte is voor discussie of interpretatie. In het betoog wordt er helemaal geen rekening gehouden met wat de islam als jihad beschouwd en met de verschillende aspecten van jihad. Alle andere theorieën worden meteen afgedaan als leugenachtig. Er is geen enkele wetenschappelijke basis. Dit blijkt zo te zijn met heel wat van de artikels op de website. Uiteraard is er vanalles te vinden rond de verdediging van de term islamofascisme (Terrorism Awareness Project, 2007d)

Wie overtuigd is van het goede doel van dit project, kan zich via de website engageren (http://terrorismawereness.org). De gedreven student kan campuscoördinator worden en zorgen voor de verspreiding van deze conservatieve visie aan zijn of haar universiteit. Je kan het project ook financieel steunen of de petitie tegen islamofascisme tekenen net zoals 4449 andere mensen dit gedaan hebben sinds 20 juni 2007.

In mijn ogen biedt de site van het Terrorism Awareness Project een schat aan foute informatie vanuit een xenofoob en islamofoob oogpunt. Studenten met een minimale kennis met betrekking tot de islam en de internationale politiek zouden met gemak in staat moeten zijn, deze enge en heel conservatieve visie te doorprikken. Het grote gevaar is dat men dit klakkeloos overneemt. In deze korte commentaar wordt slechts een greep uit het aanbod van de website naar voor gebracht. Wie meer wil weten of voor zichzelf eens een kijkje wil nemen kan terecht op http://www.terrorismawareness.org/.

Bouke De Vis 

Referenties:

* A global display of Terrorism and other suspicious events (2006-2007) Geconsulteerd op 23 december 2007 op http://www.globalincidentmap.com/home.php.

* David Horowitz Freedom Centre (2006) What’s New. Geconsulteerd op 21 december 2007 op http://www.horowitzfreedomcenter.org/FlexPage.aspx?area=new.

* FrontPageMagazine (2007) David Horowitz. Geconsulteerd op 22 december 2007 op http://www.frontpagemag.com/AboutHorowitz/. 

* Islam: a religion of peace (and a big stack of dead bodies) (2002-2008) Geconsulteerd op 27 december 2007 op http://www.thereligionofpeace.com/. 

* Islam: a religion of peace (and a big stack of dead bodies) (2007) Games Muslims Play. Geconsulteerd op 27 december 2007 op http://www.thereligionofpeace.com/Pages/Games-Muslims-Play.htm 

Miller, S. (2003, 8 juli) How I changed my left-wing high-school. Geconsulteerd op 22 december 2007 op http://www.frontpagemag.com/Articles/Read.aspx?GUID=61641557-54ED-488E-B20A-4F7C08F4AD4A

* Miller, S. (2007) Terrorism Awareness Project. Geconsulteerd op 12 december op http://www.terrorismawareness.org/about/3/about-the-project/?pg=2.

 * Terrorism Awareness Project (2007a) Jimmy Carter’s war against the jews. Geconsulteerd op 22 december 2007 op http://www.terrorismawareness.org/jimmy-carters-war/

* Terrorism Awareness Project (2007b) The violent oppression of women in Islam. Geconsulteerd op 22 december 2007 op http://www.terrorismawareness.org/videos/108/the-violent-oppression-of-women-in-islam/

*Terrorism Awareness Project (2007c) What Americans need to know about jihad. Geconsulteerd op 22 december 2007 op http://www.terrorismawareness.org/jihad/

* Terrorism Awareness Project (2007d) Islamo-fascism. Geconsulteerd op 22 december 2007 op http://www.terrorismawareness.org/islamo-fascism/





Een nieuwe Hitler?

25 12 2007

Zoals ik in een vorige post beloofde, zal ik nu wat dieper in gaan op de casus Iran. Dit , naar mijn mening hilarische, filmpje gaat over de betoging die er was rond Ahmadinejad zijn speech op de Columbia University. Het filmpje toont hoe in de ogen van sommige Amerikanen Ahmadinejad de verpersoonlijking van het kwade is. Opvallend zijn de beelden van de gele posters met de afbeelding van een hakenkruis en Ahmadinejad’s hoofd daarboven geplakt. Boven de tekening staat te lezen: “Hitler lives?”. Daarnaast zien we ook borden met opschriften zoals ” Never again”. Deze slogans illustreren de opvatting, die bij een deel van het Amerikaanse volk en regime leeft, dat Ahmadinejad de nieuwe Hitler is en het Iraanse regime fascistisch is. Ook Tony Blair stelde dat het extremisme in Iran vergelijkbaar is aan de groei van fascisme in de jaren ’20 en ’30 (Nugent, 2007).
Maar kan Ahmadinejad wel gezien worden als de “nieuwe Hitler” en is Iran een fascistisch regime? Sommige opvattingen spreken alleszins in het nadeel van Ahmadinejad. Het is op basis van deze opvattingen dat men gelooft dat Ahmadinejad de nieuwe Hitler is. Zo staat hij erom bekend om de Holocaust niet als een vaststaand feit te aanvaarden, heeft de hele hetze rond zijn nucleair programma zijn imago ook geen goed gedaan (wat het Westen dan toch betreft) en wordt hij ervan verdacht Israël van de kaart te willen vegen.
Stéfan Durand (2006) geeft ook aan dat Iran een problematisch geval is, wanneer men wil aantonen dat de term islamofascisme niet valide is.Van andere bewegingen kan men makkelijk zeggen dat ze niet fascistisch zijn, maar in het geval van Iran lijkt dit al iets moeilijker te zijn.

De demonisering van Ahmadinejad berust op enkele uitspraken die hij al of niet zou gedaan hebben. Zoals ik al aangaf, zou hij de Holocaust ontkennen en ermee gedreigd hebben om Israël te vernietigen. Rond dit laatste punt bestaat er veel discussie. Volgens sommigen zei Ahmadinejad op een antizionistische conferentie in 2005 te Teheran dat “Israël must be wiped of the map”. Bepaalde bronnen spreken dit echter tegen en zeggen dat Ahmadinejad Ayatollah Khomeini citeerde en dat de werkelijke vertaling is : “This regime that is occupying Jerusalem must vanish from the page of time” (Tilley,2006) . Indien dit de werkelijke vertaling is, dan luidt zijn boodschap meteen veel minder bedreigend. Ten eerste zou hij spreken over het regime, wat niet gelijk staat aan het land Israël en alle Joden. “Must vanish from the page of time” kan men dan interpreteren als dat het regime moet verdwijnen, moet vervangen worden. Het nastreven van wat sommigen een “nucleaire holocaust” noemen door Israël van de kaart te vegen lijkt aan de hand van deze interpretatie niet Ahmadinejad’s intentie. Een genuanceerd standpunt vinden we terug in een artikel van Ethan Bronner (2006) in de New York Times. Hij beweert dat Ahmadinejad wel zei dat Israël van de kaart geveegd moet worden, maar dat dit nog niet betekent dat hij ook werkelijk bereid is om oorlog te voeren tegen Israël. Of Ahmadinejad nu het ene of het andere zei, is nog steeds een punt van discussie. Feit is dat de neoconservatieven steeds hun interpretatie herhalen en dat ze dit aanhalen als een rechtvaardiging om Iran als eerste aan te vallen. Een voorbeeld hiervan is het artikel “The case for bombing Iran” van Norman Podhoretz.
Ook in verband met Ahmadinejad’s uitspraken over de Holocaust zijn er discussies. Sommigen beweren dat hij de Holocaust ontkent, anderen zeggen dan weer dat hij de, volgens hem, gecreëerde mythe in naam van de Holocaust afwijst (Tilley,2006). De Holocaust wordt namelijk veel als rechtvaardiging gebruikt voor acties van Israël. Het is hiertegen dat Ahmadinejad zich volgens sommigen verzet.

Als we nu aannemen dat Ahmadinejad werkelijk de bedoeling heeft om een nieuwe Hitler te worden, zou hij daar ook toe in staat zijn? Met andere woorden is de Iraanse staat een fascistisch regime?
Zoals Durand (2006) aangeeft, wordt Ahmadinejad gesteund door een “partisan state”, oefent hij een sterke controle uit op de media en wordt Iran gekenmerkt door een geplande economie en een indrukwekkend militair-industrieel complex. Ondanks deze kenmerken is Iran toch geen fascistisch regime omdat Ahmadinejad niet de volledige macht in handen heeft in Iran. Hij moet rekening houden met verschillende partijen zoals het parlement, de civiele maatschappij, religieuze leiders en de vorige president Mohammad Khatami.
Ook Muhammad Sahimi (2007) is van mening dat Iran zeker niet vergeleken kan worden met Nazi Duitsland en dat Iran niet fascistisch is. Duitsland was een sterk geïndustrialiseerde natie die zich vernederd voelde door de maatregelen na WOI. Het Duitse leger was toen ook het machtigste leger van de regio en werd gesteund door de geavanceerde technologie van Duitsland, een enorme industriële capaciteit en topwetenschappers. Iran heeft nooit laten blijken dat het aan territoriale uitbreiding wil doen en heeft ook nooit zijn buren aangevallen. Integendeel, Iran is zelf het slachtoffer geweest van een aanval van Irak in de jaren ’80, waarbij de VS uiteindelijk de kant van Irak koos. De Iraanse industrie en het leger zijn ook niet van dezelfde aard en capaciteit als die van Duitsland in de jaren ’30.
Daarnaast heeft Ahmadinejad ook niet de macht die Hitler ooit had. Naar de buitenwereld toe lijkt hij de koers van Iran te bepalen, maar in werkelijkheid zijn er meerdere actoren in de Iraanse staat die politieke macht hebben en die Ahmadinejad zeker niet altijd volgen.
Sallam, Mandelbaum en Grace (2007) identificeren verschillende actoren die het Iraanse beleid bepalen : de president, het parlement, de publieke opinie in Iran en de Moslimwereld en andere niet verkozen en informele actoren. Een belangrijk orgaan is “The Council of Guardians”. Het bestaat uit zes theologen en zes juristen die alle wetsontwerpen van het parlement moeten goedkeuren en over een veto beschikken. Daarnaast kunnen ze ook kandidaten beletten om deel te nemen aan parlementaire, presidentiële verkiezingen en verkiezingen voor de “Assembly of Experts”. Ahmadinejad heeft dus zeker niet alle macht in handen. Bovendien zijn er verschillende bronnen die melden dat de populariteit van Ahmadinejad bij de bevolking en de politieke elite de laatste jaren aan het dalen is (Sahimi 2007; Sallam, Mandelbaum & Grace, 2007).
Het voorstellen van Iran als een fascistisch regime en Ahmadinejad als de nieuwe Hitler is in strijd met de werkelijkheid en kan gezien worden als propaganda om een zogenaamde “preventieve” oorlog tegen Iran te rechtvaardigen. Begin december kregen Bush en zijn haviken een ontgoocheling te verwerken wanneer een speciaal rapport van de Amerikaanse inlichtingendiensten meldde dat Iran zijn kernwapenprogramma stopzette in 2003. Maar dat dit soort nieuws de Amerikaanse regering niet tegenhoudt om zijn eigen belangen na te streven, is duidelijk bewezen met de komedie rond massavernietigingswapens in Irak.

Jeroen Lievens

Bibliografie :
Bronner E. (2006, 11 juni). Just how far did they go, those words against Israel? Geraadpleegd op 4 december 2007 op http://www.nytimes.com/2006/06/11/weekinreview/11bronner.html?ex=1307678400&en=efa2bd266224e880&ei=5088&partner=rssnyt&emc=rss

Durand S. (2006, november) Fascisme, islam et grossiers amalgames. Geraadpleegd op 16 oktober 2007 op http://www.monde-diplomatique.fr/2006/11/DURAND/14115

Muhammad S. (2007, 16 oktober). Norman Podhoretz’s war prayer. Geraadpleegd op 3 december 2007 op http://www.antiwar.com/orig/sahimi.php?articleid=11762

Nugent H. (2007, 19 oktober). Tony Blair : Iran extremism like rise of 1930s fascism. Geraadpleegd op 2 december 2007 op http://www.timesonline.co.uk/tol/news/uk/article2693173.ece

Sallam H., Mandelbaum A. en Grace R. (2007, april).Who rules Ahmadinejad’s Iran? Geraadpleegd op 10 december 2007 op http://www.usip.org/pubs/usipeace_briefings/2007/0412_ahmadinejad_iran.html

Tilley V. (2006, 28 augustus). Putting words in Ahmadinejad’s mouth. Geraadpleegd op 29 november 2007 op http://www.informationclearinghouse.info/article14733.htm





Islamofascisme : een betwiste term.

8 12 2007

George Bush en zijn neoconservatieve kameraadjes zijn niet de “uitvinders” van het begrip “islamofascisme”, maar hebben er wel voor gezorgd dat het vandaag de dag, vooral in Amerika, goed ingeburgerd is. Er is nog enige onduidelijkheid wie juist als eerste met de term op de proppen kwam, maar algemeen wordt aangenomen dat het begrip voor het eerst gebruikt werd door Malise Ruthven in de Britse krant The Independent in 1990 (Hitchens, 2007; Durand, 2006). Het was echter Bernard Lewis , die door sommigen gezien wordt als één van de intellectuele krachten achter de invasie in Irak, die het begrip introduceerde in het Witte Huis. Toen Bush voor het eerst de term in een officïele speech gebruikte, kwam de term pas echt op de voorgrond en was het hek van de dam. Er ontstond een felle discussie over de validiteit van de term. Christoph Hitchens, journalist en sterk voorstander van de oorlog van Irak, pleit voor het gebruik van de term “islamofacisme”. De tekst werd door de organisatoren van de “islamofascism awareness week” gebruikt om aan te tonen dat de term wel valide is. In wat volgt zal ik zijn argumenten bespreken, maar ook nagaan welke tegenargumenten er geformuleerd kunnen worden.
Hitchens begint zijn betoog, met te stellen dat moslims zich niet geviseerd moeten voelen door de term islamofascisme. Ook andere religies, bijvoorbeeld het Jodendom en Romaanse katholicisme, werden in het verleden , onder andere door “de Linksen”, gelinkt aan fascisme.
Volgens Hitchens (2007) hebben Bin Ladenism, Salafisme, of wat we het ook noemen, zeker iets gemeen met fascisme.

1) Beide bewegingen zijn volgens hem gebaseerd op een cultus van “murderous violence” die dood en vernieling verheerlijken en “the life of the mind” verachten. Motieven voor het martelarendom, zelfopoffering en de dood hebben ze in iets essentieel, pseudo-religieus en mythisch omgezet (Wistrich, 2001). De vele zelfmoordaanslagen in Irak, Afghanistan, Israël, Pakistan worden gezien als een bewijs voor het bestaan van deze cultus.

2) Beide bewegingen zijn vijandig ten opzichte van moderniteit en verheerlijken de geschiedenis van vroegere “empires”, een zuiver verleden dat nog niet bezoedeld is door modernisme (Hitchens, 2007; Wistrich, 2001).

3) Andere gelijkenissen tussen de bewegingen zijn dat ze gedreven worden door een wraakgevoel omwille van echte en verbeelde vernederingen uit het verleden en vooral gekenmerkt worden door een anti-Joodse paranoia.

4) Beide bewegingen vereren een leider en leggen nadruk op de kracht van één groot boek.

5) Beiden hebben een sterke verbintenis met seksuele repressie, vooral de repressie van elke seksuele “afwijking, onderdrukking van de vrouw en minachting voor het vrouwelijke.

6) Vanuit beide bewegingen gaat er ook een verachting uit tov kunst en literatuur als symptomen van degeneratie en decadentie : beiden verbranden boeken , vernielen musea en schatten.

7) Beide totalitaire systmenen lijden aan een zekere doodswens. Het is zeker geen toeval dat beiden zelmoordaanslagen en opoffering benadrukken , net zoals beiden liever de vernietiging zien van hun eigen samenlevingen dan een compromis te sluiten met de ongelovigen.

Op andere vlakken komen fascisme en de bewegingen die hij als islamofascistisch aanduidt, niet perfect overeen, maar zijn er zeker voldoende gelijkenissen :

8). Fascisme benadrukte het verheerlijken van de natiestaat en de “corporate structure”. Hoewel er niet veel corporate structure is in de moslim wereld, is Bin Laden’s zakelijk conglomeraat een multinationale corporatie verbonden met financieel kapitaal.

9) Wat de natie-staat betreft, stelt Hitchens (2007) dat Al-Qaeda staten zoals Saoedi-Arabië en Irak wil integreren in één groot kalifaat. Dit heeft volgens hem veel gelijkenissen met het “Grote Duitsland” of Mussolini’s wens van een terugkeer naar een groot Romeins Riijk.Technisch gezien is er geen enkele vorm van de Islam die raciale superioriteit predict. In praktijk spreken Islamitische fascisten wel het fascistische concept van het “pure” en het “exclusieve” over de onreine en de “kufar” of profane.

De tegenstanders van het gebruik van de term islamofscisme stellen dat term op zich fout is en dat fascisme en datgene wat zij aanduiden als islamofascisme niet gelijk gesteld kan worden.
Linda Bogaert (2007) van het centrum voor Islam in Europa probeert aan de hand van citaten uit de Koran aan te tonen dat de islam met fascisme verbinden volledig verkeerd en onterecht is. Racisme en hypernationalisme zijn volgens haar twee kenmerken die absoluut niet overeenkomen met de Islam. Een essentieel kenmerk van fascisme is volgens Bogaert elitisme en dus racisme. De nazi’s spraken van de superioriteit van het Arische ras en Mussolini zag de Italianen (de Romeinen ) als superieur ten opzichte van inferieure rassen. Volgens Bogaert stelt de Koran dat alle mensen gelijk zijn en er geen enkele grond is om een elitaire klasse te vormen. Wie in God gelooft en zich goed gedraagt kan door God tot de hemel toegelaten worden, ook al is hij Christenen of Boeddhist. Racisme wordt zelfs sterk veroordeeld in de islam en gelijk gesteld aan de duivel. Een tweede essentieel kenmerk is een sterk nationalisme. Aangezien alle mensen afstammelingen zijn van Adam en Eva, vormt de wereld één broederschap. Nationalisme wordt in de Koran dan ook voorgesteld als een artificiële opdeling van de mensen.
De islam pleit in eerste instantie ook tegen het gebruik van geweld. Enkel in bepaalde gevallen en onder strikte regels is het toegelaten om geweld te gebruiken. De islam ijvert voor de vrede van de “gemeenschap van de middenweg”. Bogaert (2007) stelt dat de islam enkel geweld toestaat wanneer deze vrede bedreigd en geschonden wordt. Geweld wordt gezien als een laatste optie.De islam treedt ook op tegen uitbuiting en onderdrukking. Men zal steeds de kant kiezen van de onderdrukte.Verzet tegen economische uitbuiting en tegen onderdrukking is zelfs een vorm van Jihad. Jihad betekent het streven om het goede te dienen, het rechtvaardige te doen. Een ander verschil met fascisme is dat de islam geen dictatuur duldt. De Koran legt geen staatkundige organisatievorm op, maar laat wel weten dat bepaalde staatkundige organisatievormen, zoals een dictatuur, niet kunnen. Ten slotte benadrukt de Koran bestuur bij meerderheid. Dat wat de overgrote meerderheid van de groep beslist als wettig , is bindend voor iedereen. Maar deze meerderheid is niet onaantastbaar. Wanneer deze voorbeeld tegen de mensenrechten in handelt, dan wordt dit door de Koran afgewezen en moet de rechtvaardige minderheid daar tegen in gaan.
Dus het verbinden van fascisme en de islam getuigt van onwetendheid of/en kwaad opzet. In de Koran worden kenmerken eigen aan het fascisme sterk veroordeeld en is er geen grond voor te vinden. De opmerking die sommigen hierbij maken, is dat bepaalde bewegingen de Koran op hun eigen manier interpreteren en zo er toch een link met fascisme kan gemaakt worden. Het volgende deel zal dan ook enkele voorbeelden geven van bewegingen die als islamofascistisch bestempeld worden en waarom die toch niet als fascistisch gezien mogen worden.
Een eerste opmerking die we moeten maken is dat een grote verscheidenheid van bewegingen onder eenzelfde term samengebracht worden. De Moslimbroederschap, Hamas, Hezbollah, Al Qaueda en Iran worden allen in een adem genoemd met islamofascisme.
Volgens Stefan Durand (2006) voldoen deze bewegingen niet aan de criteria om ze fascistisch te noemen. De strijd die Hamas en Hezbollah voeren is er een tegen territoriale bezetting en niet om de rest van de wereld te onderwerpen aan macht. Hamas zijn militaire acties vonden altijd plaats binnen het historische Palestina. Ze kunnen dus niet als imperialistisch en expansionistisch gezien worden. Ook de “corporate dimension” ontbreekt bij die bewegingen. Er is niet echt sprake van een versmelting van de staat en de industrie zoals dit het geval was in de jaren ’30 en ’40. De meeste van deze bewegingen hebben volgens Durand een niet-statelijk karakter. Sommige bewegingen worden zelfs vervolgd door de staat waarin ze gevestigd zijn. Net zoals Bogaert (2007) stelt hij ook dat deze bewegingen, groeperingen niet de superioriteit van een bepaald volk of ras prediken. Het succes van bewegingen zoals Hamas en Hezbollah is vaak te wijten aan factoren die niet met hun ideologie verbonden zijn. Een stem voor Hamas is volgens Durand (2006) vaak een stem tegen de corruptie van Fatah. In Libanon geeft Hezbollah geld aan burgers om hun huizen te heropbouwen en voorzien ze de bevolking van vele sociale en gezondheidsprogramma’s, wat hun veel steun oplevert.
Het is dus niet alleen verkeerd om islam en fascisme met elkaar te verbinden , maar ook de bewegingen die als islamofascistisch worden bestempeld, voldoen niet aan alle criteria om van fascisme te kunnen spreken. Het is u misschien opgevallen dat ik niet over Iran gesproken heb. De reden hiervoor is dat een volgende post meer specifiek de case Iran zal behandelen. Iran wordt tegenwoordig in de Amerikaanse media en publieke opinie gezien als een bedreiging voor de wereld en een nieuw fascistisch regime waartegen moet opgetreden worden.

Jeroen Lievens

Referenties

Bogaert L. (2007). Islamitisch fascisme? Geraadpleegd op 2 december 2007 op http://www.flwi.ugent.be/cie/bogaert/bogaert30.htm

Durand S. (2006, november) Fascisme, islam et grossiers amalgames. Geraadpleegd op 16 oktober 2007 op http://www.monde-diplomatique.fr/2006/11/DURAND/14115

Hitchens C. (2007, 22 oktober) Defending Islamofascism. It’s a valid term . Here’s why. Geraadpleegd op 12 november 2007 op http://www.slate.com/ID/2176389/

Wistrich S. R. (2001, 16 november). The New Islamic fascism. Geraadpleegd op 22 november 2007 op http://www.sullivan-county.com/id4/if.htm





islamofascisme of gewapend verzet?

15 11 2007

Is er wel ruimte voor humor in dit debat over het islamfascisme?Humor kan geen kwaad, het is soms zelfs zeer leerzaam! Ik heb gekozen voor een kort videofragment waar er zogezegde verzetstrijders uit Irak geïnterviewd worden. Ik zal eerst argumenteren waarom ik koos voor Irak in het kader van het Islamfundamentalisme. Daarna zal ik het hebben over het beeldmateriaal. Waarom heb ik gekozen voor een videofragment over de oorlog in Irak? Omdat van alle regimes die als terroristisch bestempeld worden door de Bush administratie, deze het meest beantwoordde aan het begrip ‘fascistisch regime’: het ging inderdaad om een zeer ultranationalistisch regime, die zich beriep op een overdreven persoonscultus van de leider en die bewezen heeft dat ze er een expansionistische politiek op nastreefde. Dat Irak een uitgesproken seculiere staat was en dat Saddam Hussein pas later aan recuperatiepolitiek gedaan heeft door zich als ‘goede’ moslim te willen profileren is ook waar. Wat ook waar is, is het nutteloze van deze oorlog. Na het beëindigen van de Iraaks-Iraanse oorlog overleefde de Iraakse dictator meerdere aanslagen (Stewart Ross,2006,p.155).[1] Het verwijderen van de dictator van binnen uit had waarschijnlijk minder catastrofale gevolgen gehad.  Maar er was 9/11 en de Bush administratie koos voor de harde aanpak. Eerst werd het Talibanregime in Afghanistan aangepakt en daarna werd Irak bezet. De oorlog in Irak is een zeer omstreden politieke en militaire operatie : van alle vooropgestelde politieke doelstellingen werd er geen enkel aanvaard door de internationale gemeenschap. Als we kijken naar het eindresultaat : geen ‘weapons of mass destruction’ en geen banden met Al-Quaida, dan moeten we wel stellen dat het gezichtsverlies voor de Amerikaanse diplomatie dramatisch is.  Deze hele operatie is een diplomatieke ramp, nog nooit is het beeld van de Verenigde Staten in de moslimwereld zo negatief geweest.  Deze imperialistische politiek is een echte meevaller voor organisaties zoals Al-Quaida, hun aanhang is nog nooit zo groot geweest.  Ongewild hebben de Verenigde Staten de doos van ‘Pandora’ geopend.  Steeds meer jongeren voelen zich geroepen om te sterven voor hun geloof en dit verklaart het grote aantal zelfmoordaanslagen in Irak.  Laten we nu kijken naar dit korte videofragment. Wat vooral interessant is in dit filmpje is de beeldvorming. Wat opvalt, is het visuele clichébeeld van deze drie verzetsstrijders.  De Verenigde Staten zijn bezig met een ‘bevrijdingsoorlog’ en de kijkers moeten geconfronteerd worden met sterk gewapende verzetsstrijders die er zeer strijdlustig bijstaan en die nog volop geloven in hun leider. Wanneer de Amerikaanse kijkers lang genoeg overspoeld worden met dergelijk eenzijdig beeldmateriaal, moet het naderhand niet moeilijk zijn voor de president om nog meer middelen te vragen aan het congres en de senaat.  De Verenigde Staten hebben er alles aan gedaan in deze oorlog om de media onder controle te houden, denk maar aan het gebruik van de ‘embedded[2] (cassel’s,1979,p.368) press’.  Inhoudelijk is het ook een zeer interessant fragment.  De eerste woorden van de geïnterviewde krijger zijn van fundamenteel belang.  The Americans tell lies.  Dit is vooral waar wanneer de Arabische landen kijken naar de politieke ontwikkelingen van de laatste decennia in Palestina. Het uitblijven van legitimiteit en rechten voor de Palestijnen, is een van de hoofdoorzaken (Janice Gross Stein,2005,p195) voor het aanhoudende en escalerende geweld in het Midden-Oosten en sinds 9/11 werd het conflict zelfs bittere ernst voor de Amerikaanse bevolking. Toch wordt er in de Amerikaanse media geen woord gerept over het Palestijnse probleem wanneer er naar de oorzaken van 9/11 gezocht wordt.  Each day our forces grow stronger. Het gaat hier niet meer om een oorlog van Irakezen tegen de ‘coalition forces’, maar om een krachtmeting tussen de misnoegde Arabische bevolking en de ultra conservatieven van het Witte huis die begeesterd zijn met een superieure morele opdracht[4] (Michael C.Hudson,2005,p.302).  Each day we move closer to our goal of driving the infidel…from our motherland.  Als we kijken naar de motieven van de verschillende extremistische bewegingen binnen de Islam, dan zijn ze het er over één punt unaniem eens, de aanwezigheid van Westerse niet moslim troepen op de heilige grond is onaanvaardbaar.  Dit verklaart ook het succes van deze extremistische organisaties en de onmogelijkheid van de Amerikaanse opdracht in de ‘war on terror’.  De geschiedenis leert ons dat met het brute geweld -of het nu Afghanistan, Palestina, Irak en straks misschien Iran is – er geen duurzame oplossing komt in de regio. De aanwezigheid van vreemde troepen in de regio heeft een katalyserend effect op een toename van het fundamentalisme in de regio. We are not afraid…I studied English at the bloody American University in Cairo.…you see how they condescend to us with their subtitels…I speak perfect English…Dit stuk bevestigt dat de mensen die zich geroepen voelen om de wapens op te nemen tegen ‘the infidels’, veelal mensen zijn die hogere studies gedaan hebben en die uit de middenklasse komen.  Zij hebben veelal rechtstreeks contact gehad met de Westerse cultuur en met hun achtergrondkennis is het veel gemakkelijker om de Amerikaanse politiek te doorgronden.  Het uitblijven van enige vooruitgang in de Palestijnse zaak en het blijven steunen van corrupte regimes in de regio vergroot alleen maar hun afkeer voor het Westen en verklaart het toenemende succes van het Islamisme.… You think you’re so good.  Het overdreven optimisme en het geloof in de civiliserende opdracht van de ‘haviken van het Witte huis’ is kenmerkend voor de falende imperialistische politiek in Irak.  Deze oorlog die deel uitmaakt van de ‘War On Terror’, een oorlog die het islamfascisme moest aanpakken, verloopt niet volgens schema (Roger Owen,2007, p.229).  Als slot zou ik nog Fawaz Gergez willen citeren (Malika Zegal,2002,55-60) : les islamistes hostiles aux Etats-Unis décrivent l’occident comme un univers monolithique, impérialiste,(…) hostile à la culture islamique, et renforcent l’idée d’un choc des civilisations. We kunnen dus stellen dat het wederzijdse wantrouwen zeer groot is en dat een begrip zoals ‘de schok der beschavingen’ het na 9/11 mogelijk hebben gemaakt voor de Bush administratie om het beeld van de destijds bejubelde mujâhid  de ‘freedom fighters’ in Afghanistan om te vormen naar terroristen en het nu zelfs mogelijk maakt om te spreken van een islamo-fascisme. Opgesteld door Vervenne Jean-Marc

Referenties: Ross S,(2006),Desert Storm            In Hodder Education (ed.) The middle east since 1945Gross Stein J,(2005), War and security in the Middle East            InLouise Fawcett (ed.) International relations of the Middle East(pp.195-214) OxfordUniversity PressHayward L,(1979),Cassel’s English Dictionary            In Cassel’s (ed.)Hudson M,(2005), The United States in the Middle EastInLouise Fawcett (ed.) International relations of the Middle East(pp.283-305) OxfordUniversity PressOwen R,(2007),American attempts to remake the Middle EastIn Taylor and Francis (ed.) State,Power and the Politics in the Making of the Modern Middle East(pp.219-229) Routledge


[1]…some sources say there were no less than four attempts to assasin Hussein in the two years following the ending of the war with Iran-one from his army élite Republican Guard[2] embedde = to set firmely in surrounding matter, t oenclose firmly[3] …the struggle for legitimacy and rights are the overarching motifs that animate most of the war and violence within the region.[4] The most hawkish of the neoconservatives believe that America by virtue of its overwhelming military power (and what they also consider tob its indisputably superior mission)…[5] Planning for Iraq’s post-war reconstruction was monopolized from January 2003 on by the senior members of the US Defense Department. It was base don what quickly proved to be a wildly over-optimistic scenario, developed by the neo-conservative ideologues in Washington… [6] Archives de sciences sociales et de religions 





De islam in de media: hoe we komen tot het islamo-fascisme

15 11 2007

http://www.raco.cat/index.php/RevistaCIDOB/article/viewFile/40392/40868

Wetenschappelijke tekst 

De islam in de media: hoe we komen tot het islamo-fascisme

 In ‘Le Monde diplomatique’ van november 2006 wordt in de laatste paragraaf, Paul Valéry geciteerd in het artikel ‘Fascisme, islam et grossier amalgames’ : ‘Rien n’est pire que les prétendus leçons de l’Histoire, lorsqu’elle est mal comprise et mal interprétée’.

Over deze verkeerde interpretatie zal ik het nu hebben. Het is mijn bedoeling om te kijken hoe de media omgaan met het begrip ‘Islam’. Waarom wordt in de media de oorlogsretoriek van president Bush overgenomen zonder dat er hier verder over nagedacht wordt. Waar is de kritische geest gebleven van de Westerse media?

Een eerste vraag die we ons kunnen stellen is de vraag of er nog wel persvrijheid is. In de Verenigde Staten worden we geconfronteerd met een toenemende inmenging van de overheid in de mogelijkheid tot vrije berichtgeving. Zo werden de Amerikaanse televisiezenders, kort voor de aanval op Afghanistan, door Condoleezza Rice gevraagd om geen burgerslachtoffers te tonen in hun berichtgeving (Le Monde diplomatique,oktober 2007). Twee jaar lang werd er bijna geen kritiek gegeven op het beleid van de Bush administratie. Deze vorm van autocensuur werd ook mogelijk dankzij een toenemende machtsconcentratie van de geschreven pers in handen van de neo-conservatieven: 80 procent van de boeken worden uitgegeven door vijf uitgevers. Net als bij de visuele media werd er hier geen kritiek geduld op het buitenlandse beleid. Onafhankelijkheid vond je nog terug bij de kleine uitgevers, zo werd het boek ‘september 11’ van Noam Chomsky uitgegeven door Seven Stories. Achteraf bleek het om een echt succesverhaal te gaan, in enkele weken tijd werden er driehonderdduizend exemplaren verkocht. Dit bewijst dat er gelukkig nog mensen zijn met een kritische geest. In het medialandschap stellen we dus vast dat de taken van ‘gate keeping’, het bepalen van wat wel en wat niet in het nieuws komt niet langer meer een exclusieve bevoegdheid is van de journalist. Ook het probleem van de ‘framing’, het vereenvoudigen en betekenis geven aan situaties, wordt door het wegblijven van enige vorm van kritiek in de media misbruikt door de overheid. Zo werd het mogelijk voor de Bush administratie, om met begrippen zoals‘islamo-fascisme’, de Amerikaanse bevolking te mobiliseren voor de oorlogen in Afghanistan en Irak.

Wanneer we kijken naar een mogelijke oorlog tussen de Verenigde Staten en Iran dan zeggen 75 % van de Amerikanen (Le Monde diplomatique van augustus 2007) dat er eerst verder gezocht moet worden naar een diplomatieke oplossing. Merkwaardig is de convergentie die er is tussen de meningen bij de Amerikaanse en Iraanse bevolking, nochtans vinden we hiervan geen of weinig sporen van terug in de media en in de politieke discours van deze twee landen.

De Verenigde Staten proberen ook in het buitenland hun invloed uit te breiden in het medialandschap : ze probeerden het zwijgen op te leggen aan ‘de’ vrije zender in de Arabische wereld[1](Noam Chomsky,2004,p.222). Noam Chomsky gaat nog verder door te zeggen dat het zelfs de moeite loont om te luisteren naar wat de anderen weten te vertellen…(2004,p.222)[2].

Deze andere kijk op de ‘politieke islam’ maakt het mogelijk om te begrijpen wat de echte reden is van het ongenoegen in veel islamitische landen: de afkeer voor de corrupte en de totalitaire regimes in de meeste Arabische staten.De overwinning van het FIS is hiervan een mooi voorbeeld.Wanneer we kijken naar het programma dat het FIS wenst te realiseren dan zien we geen fundamenteel verschil tussen het ‘Chartre Nationale’ van het FLN en het programma van het FIS (Lahouari Addi,1995,p.105)[3]. Het succes van het FIS moet dus vooral gezien worden als een afstraffing van het FLN die zich had afgesneden van haar machtsbasis.

Deze verkiezingen tonen ook de zwakte aan van de democratische gedachte die er nog steeds heerst in Algerije. De Algerijnse kiezer wordt geconfronteerd met een ideologische tegenstelling, enerzijds is er het verlangen naar geïnstitutionaliseerde en respectabele machthebbers en anderzijds is er het verlangen om zich vast te houden aan het ‘populisme’ die sinds de onafhankelijkheid van 1962 de FLN aan de macht heeft weten te houden. Dit, vast houden aan het populisme, is dan ook de belangrijkste hindernis voor het tot stand brengen van de democratische gedachte.

De anticorruptie boodschap is veel succesvoller dan het streven naar een echte ‘islamitische staat of maatschappij’, voor dit laatste programmapunt is de aanhang veel kleiner.  Daar waar het in het begin onmogelijk was om een analytisch onderzoek te doen naar de politieke en sociale oorzaken van het geweld zien we dat, na de schandalen die de Bush administratie troffen er nu wel meer ruimt is voor een kritischer onderzoek. Het terrorisme wordt niet goed gepraat maar het wordt nu wel mogelijk om onderzoek te doen naar haar oorzaken en remedies voor te stellen.

De onderzoeksjournalist Phil Rees heeft een interessant boek gepubliceerd ‘Dining with terrorists’.  Om zich te documenteren ging de auteur zover om zich wereldwijd te gaan infiltreren in terroristische middens.  Hierdoor kregen de terroristen een menselijk gezicht en werd de kracht van hun overtuiging pas duidelijk.  Het wordt duidelijk dat de overtuigingskracht nooit teniet gedaan kan worden met geweld en dat er naar andere middelen gezocht zal moeten worden.  Rees ontmoette ook moslims, onder hen één van de stichters van de Palestijnse Hamas die afstudeerde aan een Amerikaanse universiteit: Abou Shanab.  Deze laatste wil zich volledig achter de Oslo akkoorden scharen indien Israël een Palestijnse staat zou willen erkennen, die de naam staat waardig is.  Voorlopig zijn de Palestijnse zelfmoordaanslagen het enig antwoord tegen het Israëlisch geweld.

De term ‘islamo-fascisme’ is bijgevolg totaal verkeerd gekozen, we zouden eerder moeten spreken van een ‘revolutionaire islam’.

In het kader van de Amerikaanse oorlogsretoriek is het echter beter om het ‘Derde Rijk’, de oude vijand uit Europa, weer uit zijn as te laten rijzen en te spreken van ‘islamo-fascisme’, dan eerder het te hebben over een strijd tegen ‘revolutionaire islamieten’ daar het begrip ‘revolutionair’ nog steeds een positieve connotatie heeft, in een land waar het begrip vrijheid na de revolutie van 1776 nog steeds hoog aangeschreven staat.

Voor de democratie en de vrijheid van meningsuiting is het doordachte gebruik van terminologie zeer belangrijk.  Het is daarom beter te praten van ‘een alliantie van de beschavingen’[4] (Le Monde diplomatique,februari 2007) dan het te hebben over ‘een botsing van de beschavingen’.

Om te eindigen citeer ik graag Voltaire, zijn woorden benadrukken zeer goed dat het recht op vrije meningsuiting niet alleen een historisch maar ook een fundamenteel recht is: ‘je défendrai mes opinions jusqu’à ma mort, mais je donnerai ma vie pour que vous puissiez défendre les vôtre’

Opgesteld door Vervenne Jean-Marc


 

Referenties: 

Annan K,(2007),Alliance des civilisations

            In Le monde diplomatique février

Addi L,(1995), Le FLN est le père du FIS

In Edition la découverte (ed.) l’Algérie et la démocratie pouvoir et crisedans l’algérie contemporaine

Chomsky N,(2004), The new war against terror

In Nancy Scheper-Hughes and Philippe Bourgois (ed.) Violence in war and peace an anthology (pp.217-223) Blackwell Publishing

Mermet D,(2007),Le lavage de cerveaux en liberté

            In le monde diplomatique août

Schiffrin A, (2007),quand de ‘petits’ éditeurs échappent à l’emprise des conglomérats

In le monde diplomatique octobre

 


[1] The United States  wants to silence the one  free television channel in the Arab world…

[2] But if you listen to it , if you listen to what Bin-Laden say’s, it’s worth it…  

[3] Le programme du FIS renouvelle dans son esprit et ses grandes lignes le discours de la Charte nationale et autre textes fondamentaux du FLN, à cette exception près que la référence à l’islam est plus insistant.

[4] Interventie van de Secretaris Generaal Kofi Annan te Istanbul





Islamo-fascisme of islamo-anarchisme?

15 11 2007

 http://www.iisg.nl/bwsa/bios/mierop.html

 Voor Stefan Durand in ‘le Monde diplomatique’ van november 2006 is de keuze van het begrip islamo-fascisme bij de Bush administratie een duidelijk politiek geïnspireerde keuze. Het gaat niet alleen maar om een oppervlakkige benadering van het onderwerp, maar er wordt aan vulgariserende veralgemening gedaan en dit heeft verstrekkende gevolgen: door een beperkte groep extremisten met de vinger te wijzen, worden er meer dan één miljard moslims geassocieerd met het fascisme.
Indien fascisme een ongelukkige keuze is, dan stel ik me de vraag: kunnen we dit moslimfundamentalisme associëren met het anarchisme? Zijn er voldoende raakvlakken om te mogen spreken van het begrip islamo-anarchisme?
Net zoals vandaag, volledig ten onrechte, de islam bij velen in het Westen synoniem staat voor geweld is dit reeds jaren het geval voor het anarchisme. Dit is een eerste raakvlak.
Het anarchisme omvat een breed spectrum van politieke theorieën, het is dan ook onbegonnen werk om ze hier allemaal te gaan behandelen. Eén strekking verdient echter wel onze aandacht het christen-anarchisme.
Het christen-anarchisme wil de samenleving veranderen en dit door te leven naar de geest van Christus.
Binnen de Islam vinden we een gelijkaardige strekking: het salafisme. De salafisten gaan op zoek naar de oorspronkelijkheid binnen de Islam, de ziel kan enkel gered worden door te leven naar het voorbeeld van de profeet. Het religieus geïnspireerd zijn is een tweede raakvlak.
Hoe willen de salafisten dit nu realiseren? Door het oprichten van een Islamitische maatschappij. Van Mierop wil eveneens de samenleving veranderen, hiertoe wordt zelfs in Blaricum de kolonie van Internationale Broederschap opgericht.Het politiek geladen zijn is het derde raakvlak.
Het gebruik van geweld is een probleem.
Het christen-anarchisme is een uitgesproken geweldloze beweging en hoewel het merendeel van de salafisten het gebruik van geweld afzweren, hebben we hier toch een minderheid binnen de salafistische beweging die voor het gebruik van geweld is.
Maar gezien het hier om een minderheid gaat, kunnen we ons de vraag stellen of ze wel tot deze beweging behoren.
Het grote merendeel van de geweldloze salafisten, willen dan ook niet dat het salafi lable geassocieerd worden met geweld of jihadi elementen.
Dit brengt ons dan tot het vierde raakvlak de geweldloosheid.
We blijven echter met het probleem van het extreme geweld die geponeerd wordt door,laat ons stellen de afvallige salifisten. Waar kunnen we ze situeren binnen de anarchistische beweging.
Over het anarchisme bestaat er bij vele mensen een verkeerde perceptie, als zou anarchisme en geweld bijna synoniemen zijn voor elkaar. Niets is minder waar. Volgens de Engelse denker William Goodwin vond het anarchistisch beginselen zijn oorsprong in het rationalisme.
In zijn boek ‘Nasporing over het beginsel van de sociale rechtvaardigheid (1793) had hij het over de absolute vrijheid van de mens.
Maar deze vrijheid van de mens leidt ook tot geweld en zo komen we terecht in de gewelddadige tak binnen het anarchisme. In september 1901 werd de Amerikaanse president William McKinley vermoord door de anarchist Leon Czolgosz. Merkwaardig is dat de Amerikaanse autoriteiten en de publieke opinie er, net als na 11 september, overtuigd van waren dat het land tegenover een internationale dreiging stond. Dit gevoel van een conspiratie theorie tegen de Verenigde Staten is het vijfde raakvlak.
Wanneer we kijken naar zij die de aanslagen pleegden tegen de WTC torens, dan stellen we vast dat Al-Quaeda erin geslaagd was om binnen de verschillende lagen van de moslimwereld te rekruteren: Atta’s vader was jurist in Cairo, Satam al-Suqami was een student rechten, de broers Salem al-Hazmi en Nawaf al-Hazmi waren de twee zonen van een Saoudische groothandelaar, Marwan Alshetti van de Verenigde Arabische Emiraten is van gewone afkomst maar hij volgde wel universitaire studies in Duitsland, Ziad Jarrah een Libanees wiens moeder onderwijzeres is en uit een welstellende familie komt hij studeerde eveneens aan de Universiteit in Duitsland, Hani Hanjour een Saoudi wiens ouders een voertuigen exportbedrijf hebben, Abdulaziz Alomari is eveneens van Saoedi-Arabië en heeft een universitair diploma, Mahand Alsherif nog een Saoudi die universitaire studies deed, Hamza Alghamdi een Saoudi werkte in een supermarkt, Fayez Ahmed Banihammad van de Verenigde Arabische Emiraten wordt later door de 9/11 commissie opgegeven als een emigratie officier, Maqed Mojed nog een Saoudi die aan de universiteit studeerde, Ahmed Alhaznawi een Saoudi wiens vader imam is hijzelf studeerde aan de universiteit, Ahmed Alnami zijn vader werkt voor het ministerie van religieuze zaken in Saoedi-Arabië hij volgde ook universitaire studies, Wail Alshehi en Waleed Alsheri twee saoudis wiens vader een belangrijke zakenman is het gaat hier om de rijkste ouders. Vervolgens zijn er nog drie kapers waarvan de familiale toestand niet gekend is, het gaat om: Ahmed Alghamadi, Saeed Alghamdi en Khaled Almihdar. Zo zien we dat vijftien van de negentien kapers afkomstig zijn uit welstellende families en dat ze op vijf na allemaal uit Saoedi-Arabië afkomstig zijn.
Net als bij de anarchisten uit de 19 de eeuw gaat het hoofdzakelijk om jongeren uit de middenklasse. Ook het leiderschap binnen Al-Qaeda toont veel gelijkenis met de anarchistische beweging: Bin Laden kan vergelijken worden met de prins Pierre Alexeievich Kropotkine. Deze Russische prins had zich openlijk uitgesproken voor het gebruik van geweld: ‘propaganda door de daden’ was zijn devies.
Het gebruik van geweld werd in 1907 geconcretiseerd door Malatesta, deze stelde dat het gebruik van geweld gerechtvaardigd was in geval van zelfverdediging. Het begrip zelfverdediging moet hier in de meest ruime vorm geïnterpreteerd worden: voor Malatesta verkeren de onderdrukten en de uitgebuiten altijd in een situatie van zelfverdediging. Wanneer we kijken naar de argumenten van het waarom van de aanslagen van 11 september dan vinden we opnieuw de zoveelste gelijkenissen: ook voor de moslimfundamentalisten zijn er geen echte beperkingen in het gebruik van geweld nog in de keuze van de doelwitten.
Tenslotte is er de reactie van de internationale gemeenschap van toen, die zeer veel gelijkenissen vertoont met de reacties van het Westen na 11 september. Italië werd destijds beschouwd als een bron van anarchisme en net als veel moslimstaten nu, was Italië onmiddellijk akkoord om mee te werken in de strijd tegen het anarchisme.
Tot slot kunnen we stellen dat het ‘anarchisme’ veel meer gelijkenissen vertoont met het huidige ‘fundamentalisme’ dan het ‘fascisme. Maar het is vanzelfsprekend dat gezien de negatieve connotatie van het begrip ‘anarchisme’, het geen goede zaak zou zijn voor de Islam om te spreken van ‘islamo-anarchisme’. Welke naam we wel moeten geven aan de extreme vormen van geweld van bewegingen zoals Al-Qaeda laat ik hier maar in het midden.
Zij die onze blog lezen en denken een gepaste naam te kennen, mogen het ons laten weten via onze blog.

Opgesteld door Vervenne Jean-Marc

Referenties:

Kaltner J and Wiktorowicz Q,(2003),Killing in the name of Islam: Al-Qaeda’s Justification for september 11
In Middle East Policy, Vol.X,No.2,Summer 2003
Standaard Encyclopedie ,(1970),
In deel 1





30 10 2007

“Warm welkom” voor David Horowitz aan de Amerikaanse universiteiten tijdens de Islamofascism Awareness Week